dinsdag 1 november 2016

Kopzorgen

Ik leef in mijn hoofd.
Dat klinkt misschien een beetje raar.
Ik weet ook wel dat het feitelijk niet klopt maar toch blijf ik er bij.
Nou goed dan, ik leef voornámelijk in mijn hoofd.

Stel een vriendin doet mij een voorstel om te gaan kajakken in de Ardennen. Vliegensvlug stel ik mijzelf voor dat ik naar België ben gereden. Onderweg heb ik me, in de file, al druk gemaakt over of ik wel de goede kleding heb aangedaan en wat ik met mijn spullen moet doen die niet nat mogen worden. Daar aangekomen is het koud en druk en zit mijn vriendin al ongeduldig  in de kajak te wachten zodat ik uiteindelijk te snel van de kant in de kajak wil stappen, daarbij mijn evenwicht verlies en verwoed om me heen voel naar de hand van de kajak-verhuur-eigenaar, die helemaal zijn hand niet uitstak omdat hij meer bezig was met die strakke blondine die zelfs bij het bootje varen er nog uit kan zien alsof ze chique uit eten is. Daarna spoel ik soepel nog even door naar die stroomversnelling waar we in terecht komen en ik net die ene kant neem die je daar niet moest nemen omdat je dan gegarandeerd omslaat met je kajak.
En tot op het bot verkleumd zeg ik dus ongeveer 20 seconden nadat mijn vriendin vraagt of ik mee ga kajakken dat ik al eens ben geweest.

Ok, ik moet mijn eerste zin toch nog eens bijstellen:
Ik leef niet in mijn hoofd, ik ‘zorg’ in mijn hoofd…
met een hoofdletter Z!

Natuurlijk weet ik dat al langer.
Zo gedurende het leven leer je jezelf steeds beter kennen en ondertussen weet ik dus ook dat het niet altijd goed is om je elk mogelijk scenario van iets te kunnen inbeelden.

Ik besloot minder in mijn hoofd te blijven en meer in mijn lijf te gaan.

Toen ik dus voor de zomervakantie een stukje op Facebook zag over buikdansen, riep ik in een opwelling dat ik dat ging doen.
Vervolgens had ik nog een hele vakantie om me druk te maken over het feit dat ik mijn buik nou juist al mijn hele leven probeerde te negeren en dat het dus misschien niet zo handig was om daar mee te gaan schudden.
Maar omdat ik het toch al had geroepen (en stiekem ook wel wist dat dit echt goed voor me zou zijn) schreef ik me in voor de beginnerscursus en stond ik dus in september ineens midden in een zaal met een enorme wand aan spiegels…
Spiegels, waar je dus de hele les zo’n beetje in staat te kijken of jouw onhandige was-ik-nou-maar-10-kilo-afgevallen-in-de-vakantie-lijf ook doet wat die mooie, slanke, sterke, sierlijke vrouw voor de groep aan het doen is.
Spiegels, waar je drie kwartier voor staat te bewegen terwijl dansen eigenlijk al vanaf je volwassen leven primair plaatsvindt in je eigen woonkamer, als je alleen bent, met de gordijnen dicht!
Spiegels, die ik ook al mijn hele leven probeer te negeren!

Maar ik zal heel eerlijk zijn.
De eerste les gaf me al gelijk een kick.
Niet omdat ik ontdekte dat ik een natuurtalent was en ik gelijk door kon stromen naar de gevorderden groep hoor. Nee, het geeft me gewoon een ongekende rust.
Drie kwartier bezig zijn met aanspannen en ontspannen, ademhaling, vloeiend en accenten, gevoel, beleving, en ja, ik schrijf het hier hardop: genieten!
Ik merk dat ik na de lessen heel anders naar huis ga.

Gisteren bijvoorbeeld:
Het was zo’n dag dat je de hele dag achter de feiten aanloopt.
Net iets later op je werk dan je wilde, ‘tussendoordingen’ waardoor je niet kan doen wat je gepland had, crises die niet (eigenlijk nooit) uitkomen, dingen vergeten, laten vallen, niet uit je woorden komen, plannen voor morgen…
En natuurlijk staat er dan een file als je al net op het nippertje op tijd zou kúnnen komen bij je buikdansles.

Dus liep ik te laat binnen, gooide mijn schoenen uit en bond snel mijn sjaal om de heupen. Nog wat nahijgend viel ik midden in een beweging in. Het ging niet lekker. De bewegingen die ik al kende voelden ineens vreemd. Iedereen leek helemaal op te gaan in de beweging maar bij mij voelde het afstandelijk.
Maar gelukkig was er dan die lieve, mooie, slanke, sterke, sierlijke vrouw voor de groep die met zachte stem door de muziek heen klonk.
Niet vergeten adem te halen in je buik.
O ja, aandacht naar je voeten.
Aandacht naar je buik.
Aanspannen.
Ontspannen.

Ineens was ik er weer.
Ineens voelde het weer goed.


Nou ja, tot dat die lieve, mooie, slanke, sterke, sierlijke vrouw haar rondje deed en ineens voor me kwam staan en me écht aankeek. Ineens maakte dat me weer die superverlegen tiener die ik vroeger kon zijn.

Ik realiseerde me dat ik een prachtige bubbel voor mezelf had gecreëerd in die zaal.
Door me in de lessen alleen nog maar te focussen op mijn spiegelbeeld en afzonderlijke bewegingen van stukjes van mijn lijf, was ik eigenlijk gewoon weer alléén aan het dansen.
Waren de andere cursisten in mijn hoofd verdwenen.
Stond ik toch weer alleen, met de gordijnen dicht, in mijn woonkamer.
Zelfs tijdens de (toch wel wat gevreesde) delen van de les waarin we improviserend rond liepen door de zaal, sloot ik me af. Ogen omlaag, af en toe een vluchtige glimlach als ik merkte dat iemand me aankeek.
Wat moet ik nu doen? Paniek!
Ik ben er niet hoor, loop maar door!

Zou ‘de juf’ het gevoeld hebben?
Want ineens deden we gisteren iets anders.
We gingen in een kring dansen, gezichten naar elkaar.
We liepen van en naar elkaar.
Of je nu wilde of niet, je moest de anderen wel aankijken.
De dame tegenover me keek me recht in de ogen.
En ik keek naar haar.
Ik voelde me ineens veel sierlijker.
Ik voelde ineens een band met al die onbekende vrouwen om me heen.
Geen idee of ik de bewegingen nog goed deed.
Het voelde heerlijk!
Dit was totaal nieuw voor me.
Dit had ik nooit, maar dan ook nooit in mijn hoofd kunnen bedenken!


Volledig ontspannen reed ik gisteren weer naar huis.